De reis ving aan per trein en dat is dan meestal een gezellig gebeuren. De dames -in vol ornaat- Anne zowaar met een paarse, prachtige hoed getooid, waren reeds in goede stemming. Dat kan ook niet anders: voorzien van dergelijke hoofddeksels gaf zelfs een mannelijke medereiziger ook al fleurig (spraakzaam)optreden. De regen deerde ons niet. Integendeel. De fel getinte kleurenvan de paraplu’s gaven ons extra élan.Ondanks de -zeer ervaren- kaartleester Marion, bleek het toch een redelijk eindje te zijn van het station naar het bastion. Aan de smeekbede koffie werd in eerste instantie (summier) gehoor gegeven, maar tijdgebrek en de leuze: samen uit, samen thuis, gold en kon dus niet worden gehonoreerd.
Het schitterende bastion Sonnenborgh blijkt op een strategische heuvel te liggenmet een zeer interessante historie. In de buitenmuur bevindt zich een gevelsteen met een stralende zon, vandaar de benaming. Het is massief vestingwerk.
Bezichtiging van het interieur, vooral ondergronds, gaf ons een goede indruk hoe men in de middeleeuwen een dergelijk imposant verdedigingswerk, vooral strategisch, kon benutten. Op diverse plekken, waren doorzichtige platen gelegd, opdat men ook ondergronds enige zaken kon bekijken. O.a het bijzondere vloerpatroon van de binnenplaats (terreplein). Na enige kruip- en sluipwerk kon de waterput worden bekeken. Een strategisch juiste plek voor zowel de schutters als de soldaten. de aan- en afvoer van het water bleek een ingenieus gotensysteem te zijn. De sadsbouwmeester Willem van Noort heeft het -toen verouderde bastion – aangepast in 1536- 1542. Dit was noodzakelijk in verband met de ontwikkeling van het kanon. Immers deze waren verplaatsbaar, waardoor op grotere afstand bedienbaar, maar vooral doordat de stenen kogels werden vervangen door de gietijzeren. Met de komst van het bastion (als vooruit geschoven post) kon de vijand op afstand worden gehouden. Een groot (plateau) oppervlak (waar nu de diverse gebouwen van de sterrenwacht staan). Voor de manschappen, schutterij, destijds. Zo, en passant, liepen wij langs de latrine of wel “het gemak”. Wat aan de kleine kant o.i., doch effectief men stelde geen eisen en was gemiddeld aanmerkelijk kleiner gebouwd dan heden ten dage. Vaak “functionerende” rechtstreeks in de slotgracht,maar deze had een beerput, waarin nu vleermuizen verblijven. Dus een nuttige functie heden ten dage.
In één gebouw is de Utrechtse Sterrenwacht gevestigd. Dit is een zeer leerzame interessante materie. Op allerlei wijzen werden een aantal zaken tentoongesteld. Helaas hadden wij geen rondleiding. Dat zou voor ons -als leken zijnde – het wellicht ietwat toegankelijker hebben gemaakt. Maar misschien een andere keer?
Exposities in dergelijke, historische, ruimten geeft een bepaald cachet. De ambiance is dan des te sprekender. Helaas geen sterren, maar het weer was niet bepaald bevordelijk. Sterren ontstaan door samenklontering van gas.
De eerste kleine melkwegstelsels ontstonden veel later en na 300 – 400 miljard jaren later vormden zich daarin de eerste sterren. Maar zowaar: in de zeer grote biblotheek konden wij tezamen toch nog enige sterrenbeelden ontdekken. Zoals de Pleiaden, de Orion, het Noorder Kruis en het Zuider Kruis, Grote en Kleine Beer. Na veel geklauter bevonden wij ons tenslotte boven in het hart van de Sterrenwacht (grote telescoop). Al met al een slingerpartij door alle grotere en vooral kleinere ruimten, waarbij Marion en Corly nog “bijna”verdwaalden en opnieuw “de charge aan het maken waren. Dus ietwat hilarisch!
Op naar Le Connaisseur. Langs de grachten met winkelend publiek. Het is altijd wonderbaarlijk te zien dat sommigen, zo snel en efficiënt, toch nog iets van hun gading kunnen “inslaan”. Van onder de paraplu’s blijken de knipoogjes zeer goed te functioneren. Het etablissement (alle eer aan Anne), was ronduit gezellig. Gerechten smakelijk en zeer overvloedig. Na een paar wijntjes steeg de stemming en de Luitjes van Chapter Arnhem deden met verve hun naam eer aan. De terugreis verliep met een tevreden en zeer vol “gemoed”.
Freule Viola